De Ornes is samen met TIE ( Europese koepel) begonnen het onlangs gepubliceerde document van de Europese Commissie (enkel nog in het Engels beschikbaar) te bestuderen en te voorzien van commentaren.
Toch kunnen we al het volgende over het document stellen; als speelgoedindustrie hebben wij gemengde gevoelens over de voorgestelde veiligheidsbeoordeling van speelgoed. Weliswaar zien wij de herziening als een grote kans, maar ook als een uitdaging om ervoor te zorgen dat speelgoed veilig blijft en tegelijkertijd leuk is voor kinderen en betaalbaar voor iedereen.
De huidige EU-speelgoedrichtlijn (TSD), een “veiligheidsbijbel” voor gerenommeerde speelgoedmakers, heeft een grote rol gespeeld bij het garanderen van een divers aanbod van veilig speelgoed voor kinderen in heel Europa. Speelgoed van speelgoedmakers dat voldoet aan de huidige richtlijn is tegenwoordig absoluut veilig. Het is goed om te zien dat het vrije verkeer van speelgoed binnen de interne markt wordt versterkt door de richtlijn om te zetten in een verordening (TSR).
Maar terwijl het voorstel zijn weg vindt door het wetgevingstraject, zijn er verschillende verbeteringen die moeten worden aangebracht om echte veiligheidsrisico’s aan te pakken. We zijn er niet van overtuigd dat het voorstel hier echt de spijker op de kop slaat. Met de huidige tekst wordt de kans gemist om iets te doen aan de tsunami van onveilige producten die niet-EU-handelaren op online-platforms verkopen. Noch de Digital Services Act, noch de Algemene Verordening Productveiligheid hebben hier een oplossing voor geboden. Dit kan alleen zinvol worden opgelost door online-platforms een importeurverantwoordelijkheid te geven wanneer niemand anders in de EU verantwoordelijk is voor de veiligheid van het speelgoed.
De nieuwe speelgoedverordening mag er niet toe leiden dat veilig speelgoed wordt verboden of dat het te omslachtig of duur wordt om het op de markt te brengen. De nieuwe vereisten voor chemicaliën kunnen precies dat doen. In dit geval zullen de nieuwe regels een geweldig cadeau zijn voor die handelaren die niet van plan zijn zich eraan te houden en onveilig speelgoed blijven verkopen. Daarom moet het werk gericht zijn op echte, op wetenschap gebaseerde veiligheidsrisico’s.
TIE waarschuwt ook tegen het uitsluitend opleggen van beperkingen aan speelgoed. “Speelgoed is al strenger gereglementeerd qua stoffen dan andere producten waarmee kinderen vaker in aanraking komen”, zegt Catherine Van Reeth, Directeur-Generaal van TIE. “Als speelgoedmaterialen aan veel strengere criteria moeten voldoen dan die andere alledaagse producten, zal onze industrie – die voor 99% uit mkb’s bestaat – moeite hebben om leveranciers te vinden die bereid zijn om ons dergelijke specifieke, nichematerialen tegen een redelijke prijs te leveren.”
Eventuele nieuwe regels die in de herziene TSR worden voorgesteld, kunnen alleen effectief zijn als ze afdwingbaar zijn. Hiervoor is meer nodig dan een Digitaal Productpaspoort. Als speelgoed kan worden gekopieerd, kunnen productpaspoorten dat ook. Echte afdwingbaarheid vereist meer middelen voor markttoezicht en andere instanties die helpen bij de uitvoering van de regels. Zo niet, dan zullen malafide handelaren de regels blijven negeren, zoals ze nu doen, en omdat ze lagere nalevingskosten hebben, kunnen ze tegen een lagere prijs verkopen. Consumenten kopen dan onbewust gevaarlijk speelgoed.
De Ornes en TIE zullen gedurende het gehele wetgevingsproces in gesprek gaan met beleidsmakers om ervoor te zorgen dat de nieuwe regels de veiligheid van kinderen waarborgen en tegelijkertijd het plezier, de creativiteit en de betaalbaarheid van speelgoed wordt behouden.